Standsafwijking

Scheve grote teen (hallux (abducto) valgus)

Bij een hallux valgus is er sprake van een scheefstand van de grote teen. We spreken van een hallux abducto valgus als er ook een draaiing in de grote teen aanwezig is. Een scheve grote teen gaat vaak gepaard met een knobbel op het grote teengewricht. Deze afwijking zien we veel bij vrouwen, maar het kan ook bij mannen voorkomen.

Hamer- en klauwtenen

Een hamerteen wordt ook wel eens een klauwteen genoemd. Dit klopt niet, want een hamerteen is iets anders dan een klauwteen. Beide standsafwijkingen van de tenen komen alleen voor bij de kleinere tenen en niet bij de grote teen. Bij klauwtenen zijn één of meerdere tenen vergroeid tot een kromme stand. Het topje van de teen wijst naar beneden toe. Het uiteinde van de teen raakt dan de grond. Bij hamertenen is het eerste gewrichtje van uw teen gebogen, maar het tweede gewrichtje juist niet. Niet het topje met de onderzijde van de teen raakt de grond. Beide standsafwijkingen van de tenen kunnen (pijn)klachten veroorzaken.

Overliggende tenen

Bij overliggende tenen ligt er een teen bovenop een andere teen. We zien deze standsafwijking bij zowel volwassenen als bij kinderen en kan in alle tenen voorkomen.

Tailor’s bunion

Een Tailor’s bunion is een uitstulping aan de buitenzijde van de voorvoet ter hoogte van het kleine teengewricht. Soms is er sprake van extra botaanmaak, maar vaak gaat het om een afwijkende stand van het vijfde middenvoetsbeentje. Door de afwijkende stand is er teveel ruimte aanwezig tussen het vierde en vijfde middenvoetsbeentje. Tailor is vrij vertaald in het Engels kleermaker. Het vaak zitten in een kleermakerszit kan de klacht veroorzaken en verklaard de benaming van deze aandoening.

Beenlengteverschil

Als gevolg van een beenlengteverschil kunnen er verschillende klachten in voet, knie, heup of rug ontstaan. De meeste klachten komen voor aan één zijde van de rug of aan de buitenzijde van het heupgewricht. Denk hierbij aan een hernia, artrose van het heupgewricht, knieklachten, (lage) rugklachten, schouder- nek en hoofdpijnklachten. Klachten kunnen al optreden bij slechts een aantal millimeter aan verschil.

Tenenlopen

Kinderen kunnen vaak een afwijkend looppatroon hebben waarbij er veel op de tenen gelopen wordt. Meestal wordt dit aan beide voeten gezien, maar het kan soms ook aan slechts een voet zichtbaar zijn. De oorzaak kan liggen in een afwijking van het been of uit een gewoontehouding. Wanneer er geen afwijkingen gevonden worden in botten, gewrichten, spieren, pezen of zenuwstelsel spreken we van een habituele tenenloper. Deze vorm van tenen lopen komt veel voor. Er is geen duidelijke oorzaak voor aan te tonen, wel komt dit fenomeen vaak bij meerdere familieleden voor.

Intoeing

Intoeing is een afwijkend looppatroon waarbij de voeten en/of knieën naar binnen toe wijzen. De intoeing kan in de voorvoet zitten, in de knie of in het heupgewricht. De grote tenen wijzen als het ware naar elkaar toe. Dit afwijkende looppatroon wordt veel bij kinderen gezien, maar kan ook op latere leeftijd nog zichtbaar zijn. Afhankelijk waar het afwijkende looppatroon vandaan komt kunnen er verschillende stappen ondernomen worden.

Pronatie

Pronatie is een medische term die gebruikt wordt om een beweging in het gewricht te beschrijven. Deze term wordt vooral gebruikt bij een beweging van het enkelgewricht en de middenvoet. Men spreekt van pronatie als de binnenzijde van de enkel of middenvoet naar binnen toe kantelt en de buitenrand wordt opgetrokken. Deze beweging vindt plaats bij de afwikkeling van de voet tijdens het lopen. Vlak na de hiellanding worden de voet en enkel flexibel en kantelen naar binnen. De boog van de voet zakt dan enigszins door naar binnen toe. Het tegenovergestelde van pronatie is supinatie. Pronatie is bedoelt om schokken op te vangen. Proneren en supineren vormen de basis voor een normaal, gezond looppatroon. Indien de pronatie te veel wordt kan dit klachten in de voeten en benen veroorzaken. We spreken dan van overpronatie.

Supinatie

Supinatie is een medische term die gebruikt wordt om een beweging in het gewricht te beschrijven. Deze term wordt vooral gebruikt bij een beweging van het enkelgewricht en de middenvoet. Men spreekt van supinatie als de buitenzijde van de enkel of middenvoet naar buiten toe kantelt en de holte van de voet wordt opgetrokken. Deze beweging vindt plaats bij de afwikkeling van de voet tijdens het lopen. Het tegenovergestelde van supinatie is pronatie. Supinatie is bedoelt om de afwikkeling van de voet te optimaliseren en zorgt voor een goede afzet van de voet. Proneren en supineren vormen de basis voor een normaal, gezond looppatroon. Indien de supinatie te veel wordt kan dit klachten in de voeten en benen veroorzaken.

Valgus (naar binnen kantelen)

Het naar binnen kantelen van een lichaamsdeel noemen we valgus. Dit is het tegenovergestelde van varus, waarbij een lichaamsdeel naar buiten toe kantelt. Een valgus stand van de voet wordt vaak verward met een platvoet. Het betreft dan een flexibele platvoet (fysiologisch), waarbij de stand vaak corrigeerbaar is. Een platvoet hoeft echter niet altijd naar binnen toe te kantelen. Zowel de grote teen, voet, enkel, knie en heup kunnen naar binnen kantelen. Bij het naar binnen kantelen van de enkel of voet spreken we vaak van een calcaneo- en mediotarsusvalgus. Dit is de meest voorkomende aandoening die gezien wordt in de podotherapeutische praktijk. De scheefstand bij het grote teen gewricht noemen we dit een hallux valgus. Indien de knie naar binnen toe kantelt spreken we van een genua valga (X-benen) en bij de heup coxa valga.

Varus (naar buiten kantelen)

Het naar buiten kantelen van een lichaamsdeel noemen we varus. Dit is het tegenovergestelde van valgus, waarbij een lichaamsdeel naar binnen toe kantelt. Een varusstand komt vaak voor bij een holvoet. Zowel de grote teen, voet, enkel, knie en heup kunnen naar buiten kantelen. Bij het naar buiten kantelen van de enkel of voet spreken we vaak van een calcaneo- en mediotarsusvarus, bij het grote teen gewricht noemen we dit een hallux varus. Indien de knie naar binnen toe kantelt spreken we van een genua vara (O-been) en bij de heup coxa vara.

Platvoet

Een platvoet, ook wel pes planus genoemd, is een voet waarbij er geen holte aanwezig is in de voetboog. De voetboog aan de binnenzijde van de voet raakt als het ware de grond. Een platvoet is een veelvoorkomende afwijking die vaak pijn en vermoeidheid in de voet en benen kunnen veroorzaken. Net als bij de meeste voetafwijkingen kan dit ook resulteren in klachten aan de knieën, heupen of rug. Er zijn twee soorten platvoeten; de soepele platvoet en de stijve platvoet. De soepele platvoet heeft een voetboog wanneer de voet niet belast wordt. Een stijve platvoet heeft dit niet. De soepele platvoet is in de meeste gevallen geen platvoet, maar een voet die naar binnen toe kantelt, de zogenaamde valgus-voet.

Holvoet

De holvoet heeft in tegenstelling tot de platvoet een erg hoge voetboog. De medische benaming voor een holvoet is pes cavus.

O-benen (genua vara)

Genua vara, ook wel O-benen genoemd, is een standsafwijking van de benen. Hierbij staan de benen naar buiten gedraaid waardoor er een soort O stand lijkt te ontstaan. De knieën lijken in een knik naar buiten te staan. O-benen zijn het tegenovergestelde van X-benen. Baby’s hebben bij de geboorte O-benen, dit is normaal.

X-benen (genua valga)

Genua valga, ook wel X-benen genoemd, is een standsafwijking van de benen. Hierbij staan de benen naar binnen gedraaid waardoor er een soort van X stand lijkt te ontstaan. De knieën staan in een knik naar binnen toe. X-benen zijn het tegenovergestelde van O-benen. Jonge kinderen van 2-6 jaar hebben een natuurlijke X-stand van de benen, dit is normaal. De voeten zijn bij deze leeftijd ook wat platter. Beide gaan in de meeste gevallen vanzelf over wanneer het zesde levensjaar gepasseerd is.